In CALC heb je verschillende sjablonen tot je beschikking, zo ook een investeringsramingsjabloon. In dit sjabloon heb je onder andere kolommen voor de laagst te verwachten eenheidsprijs en de uiterste eenheidsprijs. Daarnaast heb je de mogelijkheid om directe en indirecte kosten te specificeren. Ook heeft CALC een prijzenbibliotheek genaamd Stamgegevens. Deze bibliotheek bevat jullie eigen kengetallen, die jullie hebben gebaseerd op de Archidatkostenbestanden.

Hoe werkt dat in de praktijk?

Je opent het sjabloon investeringsraming en begint met het aanmaken van de verschillende hoofdstukken en werkbeschrijvingen. Hierna is het tijd voor het ‘echte calculeren’. In het Stamgegevensscherm vind je de door jullie opgestelde kengetallen. Deze sleep je over naar de juiste werkbeschrijvingen. Indien nodig pas je deze nog aan. Al snel ontstaat een eerste indicatie van de ramingstotalen. Die heb je in CALC altijd in beeld; dat werkt prettig en intuïtief.

Als de basis is opgezet, kun je doorgaan met de indirecte kosten, zoals engineerings- of uitvoeringskosten. Indirecte kosten voeg je toe in losse tabellen als percentage of als vaste waarde. Uiteindelijk heb je de directe en indirecte kosten bepaald en is je totale objectinvestering bekend. Nu nog de ‘finishing touch’: de percentages van de laagste en uiterste investering.

Je geeft deze eenmalig op. CALC rekent per regel (hoofdstuk of werkbeschrijving) direct de hoogste en laagste objectinvesteringskosten uit. Natuurlijk kun je dit bij specfieke hoofdstukken of werkbeschrijvingen zelf aanpassen en dus afwijken van het standaardpercentage.

Tot slot stel je enkele rapportages samen ter voorbereiding van je presentatie; een korte samenvatting en eentje met veel details. Juist de samenvatting is krachtig die toont in een simpel overzicht alle relevante informatie.

Je hebt je waarde als kostendeskundige bewezen. De juiste vakkennis gecombineerd met de krachtige mogelijkheden van CALC hebben tot een succesvolle afsluiting van het project geleid!